Verslaving als geschenk » Blog Archive » bericht van een zieke groepsdeelnemer

bericht van een zieke groepsdeelnemer

Posted by Dees on juni 20, 2009
Correspondentie

Beste collega-groepsdeelnemers,

1. Inmiddels heb ik al 30 verslagen van Buitenveldertgroep-bijeenkomsten mogen ontvangen waar ik erg blij mee ben. Als ik zo’n verslag lees, heb ik even een korte éénpersoons-meeting thuis, bij wijze van spreken, waardoor ik redelijk bij de les blijf denk ik. Iedereen dank daarvoor. A op de eerste plaats, want die heeft ze bijna allemaal geschreven, maar bovendien is iedereen accoord gegaan met een – uiteraard anoniem – schriftelijk verslag, dat is nieuw en dat waardeer ik zeer.

2. In het begin had ik de neiging om ook te willen reageren op het gespreksonderwerp.
Dat zou een kunstfout zijn geweest. Niet alleen mosterd na de maaltijd, maar echt fout.
De “groep” bestaat uit wekelijkse bijeenkomsten van meestal zo’n anderhalf uur, volgens een zéér specifieke formule en voor de mensen die dan feitelijk aanwezig zijn.
En dat is het. Niets meer en niets minder. Deze wekelijkse bijeenkomsten zijn de basis-elementen van de methode, van de aanpak. Een aanpak die naar mijn ervaring buitengewoon goed werkt op termijn.
Meestal in eerste instantie om wat orde te scheppen in de chaos die een verslaving met zich meebrengt. En in tweede instantie om steeds beter in staat te zijn te kunnen leven zoals je wìlt leven. Naar mijn ervaring en overtuiging is de communicatievorm die we daarbij hanteren, de “serie monologen”, een buitengewoon krachtige en effectieve methode in zichzèlf.

3. Voor de mensen die me niet kennen: Ik heb – tot ruim een half jaar geleden – 17 jaar zeer actief deelgenomen aan zowel de AA als de Buitenveldertgroep. Toen ik voor het eerst binnen kwam is het me niet meteen gelukt om te stoppen met gebruik – alcohol in mijn geval -, maar na twee terugvallen in 5 maanden, lukte dat wel. Ik ben nu ruim 17 jaar nuchter.

4. Hieronder zal ik me permitteren om betrekkelijk recht voor z’n raap te vertellen hoe het me het laatste halve jaar vergaan is, ook in verband met een ernstige ziekte. Met de eerlijkheid die gebruikelijk is binnen de groepen.
Als je dat als lezer niet op prijs stelt, kun je nu gewoon stoppen met lezen.

5. Ruim een jaar geleden begon ik heel geleidelijk, last te krijgen van een spraakstoornis. Eind vorig jaar was dat zo onmiskenbaar geworden dat ik sommige contacten begon te vermijden omdat iedereen onmiddellijk hoorde dat er wat aan de hand was en vervolgens ging het gesprek nog vrijwel uitsluitend over de mogelijke oorzaak van dat moeizame praten.
Daar kwam bij dat het leven hier wel gevoel voor humor demonstreerde:
Met name tijdens de eerste maanden, ontwikkelde mijn spraakstoornis zich als een soort gelal. Ik sprak licht lallend, met dubbele tong, zoals iemand die flink bezopen is.
Dat moet je niet willen uitleggen aan je collega-verslaafden.
Overigens heeft niemand ooit vervelend zitten doen daarover. Maar ik kreeg er zelf genoeg van na een tijdje en dus bleef ik weg van de groepen.
Eind november vorig jaar kwam de diagnose via het AMC: Een progressieve spierziekte waar je niet van hersteld.

6. Ik had dus weer een klus te klaren. “Weer” een klus, want de vorige (grote) klus was stoppen met drinken en vervolgens nuchter worden. Een klus klaren, klinkt misschien stoer. Dat is niet zo bedoeld. En ik heb een aantal keren flink zitten janken, maar ik ben enorm blij en dankbaar dat mijn emoties – na enige tijd – de vorm van “klus” aannamen.
Direct de eerste dagen na de diagnose ben ik een ijsvogelwandje (broedgelegenheid) aan gaan leggen.
Iets geheel anders dan ik normaal deed en iets nieuws, in de buitenlucht en praktisch-creatief. Daar hoefde ik niet eerst over na te denken; ik bleek het gewoon te zijn gaan doen. En daar was ik buitengewoon blij mee en een beetje trots op achteraf. Ik bleek ècht iets geleerd te hebben !
Ik moet dat een beetje uitleggen: Mijn oorspronkelijke manier – met name in mijn dranktijd – van reageren op een ingrijpende gebeurtenis was onmiddellijk achteroverleunen en gaan denken, piekeren en blijven denken. Vooral niets dóen. Dat leidde zelden tot iets bruikbaars en veelal “dacht” ik mezelf een depressie in en in elk geval kreeg ik er een enorme dorst van. Een nogal destructief gedragspatroon dus.
Eén van de dingen die ik heb moeten leren en trainen tijdens het aanpakken van mijn verslaving was om daadwerkelijk in actie te komen als er iets in mijn leven gebeurde waar ik niet meteen een antwoord op had. Het heeft me veel moeite gekost en langdurige training om dat echt in mijn systeem te krijgen.
Maar kijk, nu ik deze niet geringe opdonder van het leven kreeg in de vorm van m’n huidige ziekte, bleek ik al uren en dagen bezig met het prutsen aan een ijsvogelwand, vóór ik zelfs maar bedacht had, dat zo’n praktische bezigheid de beste reactie zou zijn. Ik had dus wel degelijk iets geleerd in 17 jaar nuchterheid en daar ben ik buitengewoon gelukkig mee.

7. De “klus” bestaat ondermeer uit het afronden van een aantal lopende zaken in mijn leven, voor zover afronden dan mogelijk en gewenst is. We hebben ons een aantal maanden half suf geregeld.
Eind december vorig jaar zijn mijn geweldige B en ik getrouwd, na 25 jaar “verloving” (vooral geen overhaaste beslissingen).
Verder hebben we ons bezig gehouden met de deelprojekten: AMC-bezoek, administratieve afwikkelingen, afbouwen van m’n professionele bezigheden, opruimen van mijn Amsterdamse verdiepinkje, kennis opdoen van de ziekte en wat daarbij mogelijk is, alternatieven ontwikkelen voor plannen die niet zonder meer door kunnen gaan, etcetera.
Huidige stand van zaken; Fysiek: Ik kan niet meer verstaanbaar praten, eten en drinken gaat moeizaam, maar de rest van het lijf doet het nog heel redelijk.
Geestelijk, ervaar ik mezelf als “goed getraind” .
Vooral dit laatste is wat ik graag wil melden aan mijn collega-groepsdeelnemers. Je kunt buitengewoon veel leren binnen de groepen. Niet alleen hoe je kunt stoppen met destructief gebruik, maar vooral ook hoe je kunt leven zoals je graag zou willen leven. Dat leren blijft enige energie-investering vragen en je merkt vaak niet dàt je veel leert. Dat merk je meestal pas als je het echt nodig hebt. Ik meen dat nu te merken. Ik ben soms verbaasd dat ik in deze situatie niet geestelijk omval of “gewoon” weer wil gaan zuipen. Tot nu toe blijk ik genoeg geleerd te hebben om er nog aardig wat van te maken.

8. Het gaat niet om de zin vàn het leven, maar om de zin ìn het leven.

Ik wens iedereen zo veel mogelijk plezier in het leven toe.

Met hartelijke groet, C – 19 juni 2009.

No comments yet.

Leave a comment

WP_Big_City

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.